Blog 15

 

'Gezicht op de Zuidwal met Houtfabriek Varsseveld' 

 

Deze tekening uit 1926 laat de Zuidwal zien (vanaf de Steiger) met op de achtergrond de voormalige Houthandel Varsseveld & Co aan de Horndijk te Leerdam.

Bijzonder is het hoog-naar-laag standpunt waarmee deze tekening is gemaakt. Wellicht heeft de kunstenaar vanuit een zolderraam vanaf de Zuidwal deze tekening gemaakt? Ook het feit dat de houthandel is afgebeeld (die altijd wat minder aandacht kreeg dan de Leerdamse glasfabriek) maakt deze tekening uniek.

We kregen deze bijzondere tekening in bruikleen van de heer J. Temminck.

 

Een stukje geschiedenis: 

Eerst waren er een paar Leerdamse houtzaagmolens. Ze stonden aan de west- (de kleine molen) en de oostzijde (de grote molen) van de Hoogstraat, als opvolgers van een molenmakerij aan de (huidige) Spoorstraat, die in 1782 door Frederik van Varsseveld was begonnen. In 1854 verkreeg C.J. Schalij

Gzn. vergunning tot oprichting van een stoomhoutzagerij, die zich vervolgens aan de oostkant van de stad zou ontwikkelen. De kleine molen aan de westzijde verdween. Een explosieve groei van het bedrijf vond in de jaren na 1871 (vestiging stoomzaagmolen) en 1881 plaats (uitbreiding complex ter

plaatse van de oude stadsgrachten tussen de Oostwal en de Blaasbalg (Oranje-Nassaulaan).

 

In die jaren vervaardigde men voornamelijk kisten en kisthout. In 1903 werden nieuwe loodsen gebouwd en havens uitgebaggerd op en rond een eilandje tussen de haven en de Linge. Per smalspoor werd het hout naar het spoorwegemplacement vervoerd, danwel per boot over de Linge. Dit smalspoor kun je in de verte zien op deze tekening!  In 1919 werd de Galgenwaard, een terrein op de uiterwaarden onder de Horndijk, van de gemeente aangekocht en daar werden de balkenhavens

gerealiseerd, de houtloodsen, opslagterreinen en de machinale timmerfabriek, die zolang het aanzicht van de stad aan de zuidoostzijde hebben bepaald.

De loodsen, samengesteld uit imposante houtconstructies en gedekt met enorme gebogen of flauwe zadeldaken, droegen de namen van de landen waarvandaan het hout werd geïmporteerd, zoals Hongarije, Noorwegen, St. Petersburg, Zweden en Holland tegenover de Zuidwal; Hernösand, Archangel, Riga en Narva, met tussenliggende balkenhavens wat meer naar het zuiden richting Linge en Skönvik, Bohemen, Raumo, Wilna, Finland en Memel, onderling gescheiden door havens, aan.

Deze namen zien we terug in de huidige straatnamen van de woonwijk Varsseveld.

 

Nu wat meer informatie over de kunstenaar: 

Rodolphe Strebelle, geboren in Doornik in 1880 en gestorven in Ukkel in 1959, was een bekende Belgische kunstschilder. Hij had een muzikaal talent, en zou een violist carrière hebben gemaakt, als hij niet in de omstandigheden terecht kwam dat hij in het onderhoud moest voorzien voor zijn moeder en zussen. Hij kwam bij een huisschilder terecht. Vervolgens kreeg hij een zware ziekte en door een ingreep raakte zijn gehoor aangetast waardoor hij verwijderd raakte van de muziek. Hij was toen 31 jaar en de oorlog stond voor de deur. Een tijdstip waarop de kunst een crisis ging doormaken. 

Hij werd lid van de kring l’Effort, en een ontmoeting met August Oleffe had een grote impact op hem. Ook zijn huwelijk met 'Poppy', zoals intimi haar noemden, had een beslissende invloed op zijn loopbaan. Zij zou zich ook aan de schilderkunst gaan wijden. Vanaf 1923 leert hij de schilders Schirren en Brusselmans kennen. Hij verdiept zich ondertussen in het werk van Van Gogh, Cézanne en Gauguin, Brueghel, Bosch en Puvis de Chavannes. Hij kreeg tien jaar les van Delville. Hij debuteerde met gekleurde tekeningen op de Driejaarlijkse van 1910 en 1913, neemt in 1918 deel aan een tentoonstelling in de ‘Hoef’  in Ukkel en houdt in 1922 zijn eerste persoonlijke tentoonstelling in de ‘Cercle Artistique’ te Brusssel.

In de loop van de tijd gaat hij vrijer schilderen. In 1926 reisde hij naar het zuiden van Frankrijk. Een tweede tentoonstelling volgt in 1928, in de Galerij ‘le Centaure’.  Hij neemt deel aan belangrijke tentoonstellingen in zowel België als het buitenland (o.a. Venetië, Menton, Pittsburgh). In 1923 wordt hij benoemd tot leraar aan de Academie in Molenbeek en in 1938 leraar van compositie aan de Nationale Hogere School van Ter Kameren. Hij krijgt de prijs Picard in 1923, de prijs van Henegouwen in 1930, de prijs René Steens in 1938, de prijs voor landschapsschildering in Santa Margareta (Ligure) in 1950, etc.

Hij werd Officier in de Kroonorde (België), Officier in de Order der Drie Sterren (Lettonië) en ridder van het Erelegioen (Frankrijk). Hij was lid van de Koninklijke Academie van België en erelid van de Vrije

Academie E. Picard. Zijn werken zijn in bezit van o.a. musea in Brussel, Elsene, Antwerpen, Luik, Doornik, Venetië, Riga en Grenoble.

 

Deze keer was de link van de kunstenaar met 'Leerdam' niet moeilijk te vinden. Rudolpe Strebelle was een zwager van de directeur P.M. Cochius van de Glasfabriek in Leerdam. Hij werkte een periode als ontwerper voor de glasfabriek; in de periode 1926-1928 ontwerpt hij vazen en unica voor de

Glasfabriek. Bekend is ook zijn glasmozaïek 'Maria met kind' (uit 1928) de collectie van het Nationaal Glasmuseum Leerdam.

 

Bronnen:

'Rodolphe Strebelle', Francois Maret

De Telegraaf, 04-07-1938

De Waarheid, 06-08-1977

https://fr.wikipedia.org/wiki/Rodolphe_Strebelle

https://www.fine-arts-museum.be/nl/de-collectie/rodolphe-strebelle-moeder-en

-kinderen

https://rkd.nl/nl/explore/artists/100117

https://twitter.com/glasmuseum/status/945234838306648065